

Column #12 - Stranger Than Paradise
50 jaren in 50 films


Stranger than Paradise (1984)
Regie: Jim Jarmusch
In 1983 dook tijdens het festival in Rotterdam een jonge Amerikaan op. Hij had tot op dat moment alleen een afstudeerfilm gemaakt en Stranger than Paradise: het eerste deel van een drieluik, gedraaid op restmateriaal van Der Stand der Dinge van Wim Wenders, wiens assistent hij was geweest. Jim Jarmusch maakte indruk met zijn minimalistische, vervreemdende stijl. Door het Rotterdamse succes kreeg hij de mogelijkheid om zijn drieluik te voltooien. En het werd een internationaal succes. De film begint in New York waar de gokker en zwendelaar Willie onverwacht bezoek krijgt van zijn zestienjarige Hongaarse nichtje. Na een paar dagen vertrekt zij alweer naar een tante in Cleveland. Een jaar later besluit Willie om haar daar met een vriend op te zoeken. Uiteindelijk komen ze in hun geleende auto in Florida terecht. Stranger than Paradise brak met de traditionele filmwetten van Hollywood. De film heeft vrijwel geen plot, bestaat uit lang aangehouden shots en focust op sfeer en de personages. Jarmusch geeft een indringend beeld van de verveling van een generatie van twintigers die zich geen raad weten met het leven. En zijn film is daarmee een sombere illustratie van het levensgevoel van de jaren ‘80.


De filmposter bracht het meeste geld op
1985
Geschreven door Ted Chiaradia
Toen de Verenigde Staten nog een vrij en democratisch land was – niet eens zo lang geleden-, bezocht ik op een middag het grote museum The Art Institute of Chicago. Onverwacht stuitte ik in een benedenruimte op een grote wanddecoratie met een uniek panorama van wolken, een geraffineerde typografische opbouw van duizenden geometrische iconen; The Dutch Clouds van Karel Martens. De Karel Martens? Inderdaad, 85 jaar geleden geboren in Mook en in Nijmegen vooral bekend door zijn illustraties voor de vele boeken van de legendarische linkse uitgeverij SUN. Een groot ontwerper, deze Martens, met een lang internationaal trackrecord. Vanaf zomer 2025 is een grote overzichtstentoonstelling van zijn werk te zien in Stedelijk Museum Amsterdam.
Voor ons is Karel Martens vooral bekend vanwege de vormgeving van de allereerste affiches van het Filmhuis Nijmegen in 1974-1975; typografische iconen met attentiewaarde die nodig waren om het vaste maandprogramma mee aan te kondigen. Het Filmhuis had in de beginjaren veruit de mooiste affiches. Werkelijke kunstwerken. Het maandelijkse filmkrantje waar menig vrijwilliger zijn journalistieke kunsten in kon vertonen, was er voor de verdieping. Na een jaar of tien, zo rond 1983 en ‘84 ging dat verschuiven; theaters begonnen langzaam aan met het prolongeren van films en lieten hun vaste maandprogrammering los. Mede door het vroege grote succes van Imamura’s Ballade van Narayama in 1983, was het voor Filmcentrum de Mariënburg duidelijk dat er flexibel geprogrammeerd moest worden, waarbij kon worden ingespeeld op publiekspotentieel van films, zoals in de commerciële bioscopen gewoon was. Door deze nieuwe aanpak van de programmering werden het filmhuiskrantje en de maandelijkse poster vervangen door een weekflyer. Ook werd er, met weinig succes overigens, een tijdlang wekelijks geadverteerd in de dagbladen.
Het was in die jaren dat de verschillende filmverhuurders met eigen posters van hun filmproducties op de markt kwamen. Menig distributeur had zo zijn relatie met een eigen vaste vormgever. Zo werkte Film International jarenlang met het
ontwerperscollectief Hard Werken en was oud provo en anarchist Rob Stolk de vaste relatie voor de feministische filmverhuurder Cinemien. Elke film kreeg zo zijn eigen unieke signatuur mee.
De filmposter die in 1985 meteen de meeste indruk maakte was die van Stranger than Paradise. Een ware cultfilm van de nieuwe, New Yorkse filmhuisheld Jim Jarmusch. Min of meer als protégé van Wim Wenders had hij zich als onafhankelijk filmer kunnen ontwikkelen. Wenders had een jaar daarvoor zijn meest commerciële succes geboekt met Paris, Texas, in Cannes bekroond met de Gouden Palm, maar was met dit enigszins melodramatische verhaal inhoudelijk wat vervreemd geraakt van zijn vaste filmhuispubliek. Daar was ineens Jarmusch, als opwindende en interessante vertegenwoordiger van de nieuwe Amerikaanse independant film, met een filmstijl die nou juist weer aan het vroege werk van de Duitse meester deed denken – Im Lauf der Zeit – . Met een minimalistische, haast poëtische vertelling in prachtig zwart wit, gedraaid met acteurs uit zijn eigen New Yorkse vriendenkring: Avantgardistische jazzmusici als John Lurie en Eszter Balint in de hoofdrol. Het camerawerk was in tegenstelling tot wat velen denken toen nog niet van Robbie Muller, maar van vriend en latere cineast Tom DiCillo. De hechte samenwerking met de Nederlandse ‘meester van het licht’ kwam twee jaar later bij Down by Law.
Had het met de cultstatus van de film te maken, dat het filmaffiche van Stranger than Paradise zo populair was? Zeker, maar absoluut ook met de prachtige afbeelding van drie stadsnomaden waar menigeen zich in herkende. Iedereen wilde wel zo’n poster en er werden er meer dan zevenhonderdvijftig als zoete broodjes verkocht voor zes gulden per stuk. Tegen de filmverhuurder vertelden we dat we de hele stad met Stranger than Paradise gingen volplakken. De netto verkoopopbrengst van de poster was niet veel lager dan het uiteindelijke resultaat van de film, in een tijd waarin nog niemand van merchandise had gehoord.
Het Filmhuis bouwde in die jaren langzaam een collectie affiches op van de meest prachtigste exemplaren. De allermooisten waren onbetwist de Poolse kunstzinnige posters van films zoals Amator, een van de eerste films van Kieslowski. De verzameling werd in een aparte expositie nog tentoongesteld in De Foyer van De Mariënurg. Waar deze collectie uiteindelijk gebleven is? Zoals zo vaak gaat het allermooiste verloren. Iemand krijgt het voor het zeggen die geen affiniteit heeft met cultuurhistorie of geen verstand heeft van vormgevig of simpelweg Nijmegen nooit begrepen heeft. Je voelt hem al aankomen, het
hele arsenaal inclusief het archief van het Filmhuis is vernietigd. Door de shredder: ‘Geen geld meer voor de opslag’. Meestal worden archieven vernietigd in tijden van dictatuur, zo niet in Nijmegen. Hier heeft men wel vaker geen beste hand gehad in het conserveren van belangrijk cultureel erfgoed. Zo is ook het archief van O42 verdwenen, is de bijzondere dvd-collectie van de cultvideotheek Cinematheek als sneeuw voor de zon verdwenen en is de unieke verzameling van het filmachief van Film en Opvoeringskunsten ten lange leste ergens in Groningen terecht gekomen. Nooit enig protest of bezwaar gehoord. Geen interesse blijkbaar.Hoe anders had het kunnen zijn, had het moeten zijn!
Parralel aan al het succes van de filmcult kwam in 1985 ook de I Compani op onder de bezielende leiding van saxofonist en componist Bo van de Graaf. Het begon een jaar eerder bij wijze van spreke als een grap. ‘Bo, kun jij een nieuwe jazzy Nino Rota-sound arrangeren en die met je groep live uitvoeren terwijl we beroemde scènes uit Fellini-films vertonen, dan presenteren we dat samen in het nieuwe Filmcenrum de Mariënburg!’ Uiteindelijk resulteerde dit onverwacht in – om in Ivo Niehe termen te blijven – een belachelijk groot succes, zelfs internationaal, over een periode van meerdere decennia. Dat dit naast Bo’s artististieke kwaliteiten ook met zijn ondernemingdrift te maken heeft, is onmiskenbaar. Zo verspreidde hij persoonlijk tientallen posters, tot aan de Bisonbaai toe, van zijn eerste en allergrootste optreden in de grote zaal van De Vereeniging begin juni 1985. Een legendarisch en zeer succesvol concert.
En de poster van Stranger than Paradise? Ik denk er nog vaak aan. Zij die hem nog boven hun bed hebben hangen, zijn geprezen. Inmiddels brengt een exemplaar honderden, zelfs duizenden euro’s op. Mijn poster, waar die gebleven is? Moeten verkopen, destijds voor zes gulden, voor de goede zaak. Zoals het hoort, ik hoor het me zeggen. Achteraf had ik ze beter illegaal achterover kunnen drukken, net als die prachtige juweeltjes van Karel Martens. Beleggen in filmposters, wie had zich dat ooit kunnen voorstellen.